Binnenkort kunnen de zesjarigen die gedoopt zijn, deelnemen aan de eerste communie.
Door de coronacrisis moesten deze vieringen uitgesteld worden, maar in de loop van de maand september en oktober zullen ze nu plaatsvinden.
In de zondagsmis waren de gelovigen in de voorbije weken soms getuige van een doop of van een opname in de kerk. In dit artikel willen wij dit wat nader toelichten.
(Met het woord ‘kerk’ bedoelen wij hier altijd de rooms-katholieke kerk in ons land.)
Gedoopt
Om te kunnen deelnemen aan de eerste communie moeten de kinderen gedoopt zijn.
Aan de ouders wordt daarom vooraf gevraagd wanneer en in welke kerk hun kind gedoopt werd.
Als dit in hun parochiekerk was of in een andere parochiekerk stelt dit geen probleem:
het doopsel staat dan ingeschreven in het doopboek van deze kerk, ondertekend door de doopheer, ouders, peter en meter.
Niet gedoopt
Soms echter delen ouders mee dat hun kind niet gedoopt is.
Aan hen wordt dan gevraagd om hun kind te laten dopen; daarna kan het aan de eerste communie deelnemen.
Zo worden in onze parochie elk jaar een aantal zesjarigen gedoopt met het oog op de eerste communie.
Buiten de kerk
Het komt ook voor dat ouders na de geboorte van een kind een beroep hebben gedaan op een andere religieuze gemeenschap of op een rituelenbureau.
Zij menen soms daar een meer creatieve viering te kunnen hebben of de plaats van de doop zelf te kunnen kiezen.
Soms menen deze ouders te goeder trouw dat deze viering een doop is die door de katholieke kerk wordt erkend.
Dit is echter niet het geval. Dergelijke viering heeft plaats gevonden zonder enige band met de kerk.
Zij wordt dan ook niet zomaar ingeschreven in het doopboek van de kerk.
Twee opgaven
Willen deze ouders hun kind laten deelnemen aan de eerste communie, stellen zich twee opgaven. Aan de doop zijn namelijk twee aspecten.
De christelijke doop is ten eerste de verbinding van een kind met God zoals de kerk Hem belijdt en de toezegging dat het mag delen in zijn genade.
Daarom wordt met de ouders nagegaan of hun kind op de juiste wijze is gedoopt, namelijk in een drievoudige begieting met water en onder aanroeping van de drievuldige God, Vader Zoon en Heilige Geest.
Het tweede wezenlijke aspect is het intreden in de gemeenschap van de kerk.
Omdat iemand die afstand heeft genomen van de kerk, niet in staat is een andere persoon binnen te leiden in de kerk, wordt aan de ouders gevraagd hun kind te laten opnemen in de volle gemeenschap van de kerk.
Dit gebeurt door het uitspreken van de geloofsbelijdenis en het meevieren van de zondagsmis.
Daardoor wordt een band gelegd met de gemeenschap van gelovigen. Daarin wordt ook duidelijk dat de doop het begin is van een geloofsweg.
In de voorbije weken hebben wij dit een paar keer in onze parochie meegemaakt.
Zijn deze twee opgaven vervuld, dan kan aan de bisschop gevraagd worden de doop van dit kind als geldig te erkennen.
Eens deze toestemming ontvangen kan het kind aan de eerste communie deelnemen en moet het niet nog worden gedoopt.
Jos Verstraeten