De jaarlijkse biechtviering.
We plannen die gewoonlijk op het einde van de vasten in de Goede Week.
Kern van die viering is het individuele gebaar van elke aanwezige die tot bij de celebrant gaat met een korte schuldbelijdenis in een haast geijkte formule: ‘Vergeef me, want ik heb gezondigd’; of ‘Ik ben een zondaar’; of …
Dat is wat het woord ‘biecht’ betekent: het is immers samengesteld uit ‘bij’ en de stam van het woord ‘gift’. Eigenlijk komt dat gebaar hierop neer dat we onze zonde, ons maar-mens-zijn bij de celebrant brengen als een gift – jawel! – aan de Heer, die daar dan wel verder zijn ding mee zal doen. Daar staat een gebaar van God tegenover: Hij is het die ons de hand boven het hoofd houdt als de celebrant ons de handen oplegt.
Tijdens die handoplegging wordt ons de vergeving van Godswege aangezegd: God is immers de enige die zonden kan vergeven.
De persoonlijke biecht.
Geen fluisterend gesprek in een verduisterde biechtstoel achteraan in de kerk, maar een openhartig gesprek met een priester, die alleen maar luistert om met een woord van de Heer uit de Schrift te antwoorden en het toe te passen op de concrete situatie die hem wordt voorgelegd. Wenst u een persoonlijke biecht, contacteer dan de aangestelde priester.
Pater Brice
Domefa Komi Brice Akagbo
Academiestraat 1
9000 Gent
0465 45 48 13
Op weg naar bekering en verzoening
God, de barmhartige Vader, heeft de wereld met zich verzoend door de dood en de verrijzenis van zijn Zoon en de heilige Geest uitgestort tot vergeving van de zonden. Hij schenke u door het dienstwerk van de Kerk vrijspraak en vrede. En ik ontsla u van uw zonden in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest. Uit de liturgie.
Het sacrament van boete en verzoening wordt meestal kortweg ‘de biecht’ genoemd. Vandaag lijken we het moeilijk te vinden om eigen tekorten te erkennen als schuld ten opzichte van God, dit wil zeggen als zonde. Woorden als ‘zonde’ en ‘bekering’ liggen niet goed in de markt vandaag.
Nochtans neemt in de verkondiging van Jezus de oproep tot bekering een belangrijke plaats in. Bekering hoort wezenlijk bij het leven als gelovige. Wie voor God durft te gaan staan, merkt namelijk duidelijker het contrast met zijn eigen leven. Zich bekeren is letterlijk een fundamentele koersverandering van de mens, je levensweg bijsturen, je afkeren van het kwade en je toewenden naar God. Geloven en zich bekeren, beminnen en de liefde steeds verder uitzuiveren zijn als de twee zijden van dezelfde medaille. Het zijn twee manieren om onze levensverbondenheid met God en met medemensen stevig te houden.
Want die verbondenheid kan slijten door verwaarlozing en door tal van kleine tekorten. De levensdraden die ons met God en met elkaar verbinden, kunnen ook afknappen door zware fouten. Dit is precies zonde: de levende relatie met God en met medemensen laten scheuren of verloren gaan. Er zijn vele manieren om te werken aan bekering zoals de dagelijkse aandacht voor de ‘levensdraden’ (klassiek d.m.v. vasten, gebed en aalmoezen), het beleven van het doopsel en de eucharistie, het beleven van boetetijden (Veertigdagentijd bijvoorbeeld) enzovoort. Het sacrament van boete en verzoening is de belangrijkste stap op de weg naar bekering en verzoening.