WIE CONTACTEERT U BEST ?
Bijlokeweg 20
9070 Destelbergen
Telefoon: 09.238.33.54
GSM 0474 51 65 95
zorgend omgaan
Vroeg of laat wordt ieder mens geconfronteerd met ziekte. Dikwijls komen ingrijpende levensvragen naar boven: waarom ik? Het kan een mens brengen tot revolte tegen God of juist de aandacht aanscherpen voor het wezenlijke. Eigenlijk wil niemand ziek zijn en lijden. Voortdurend zoeken mensen dan ook naar middelen om pijn en lijden te verzachten. De liefdevolle en attente nabijheid van medemensen betekenen voor een zieke heel veel. Met een opbeurend woord en liefdevolle zorg wordt de zieke uit zijn isolement gehaald.
Jezus geeft zijn kerk deze opdracht mee. Zoals Christus moeten we zorgend omgaan met zieken hierop is het ziekensacrament geënt.
De ziekenzalving verbindt en verenigt de zieke ook met de Gekruisigde en lijdende Heer. Jezus Christus is solidair geworden met de mens ook in pijn, lijden en dood. Ook op de weg van lijden en ziekte ontmoet men Christus. Het gelovige gebed zal de zieke ‘redden’ en ‘oprichten’ volgens de Jakobusbrief. Hier worden paaswoorden gebruikt. De zieke zal opstaan en opgericht worden tot eeuwig leven. Hier weerklinkt de toezegging: het wordt Pasen voor de zieke!
De ziekenzalving is de laatste sacramentele zalving in het leven van de christen (vandaar de oude benaming: ‘laatste oliesel’). Ze voltooit de zalvingen van doopsel en vormsel die de christen reeds op de weg van het eeuwig leven hadden gezet. Toch is de ziekenzalving niet het sacrament van de stervenden. Men kan ze ontvangen telkens men ernstige gezondheidsproblemen ondervindt of in levensgevaar terecht komt. Naast de ziekenzalving is er het viaticum (of: teerspijze: spijs voor de reis), de communie voor de stervenden. Deze ontmoeting met de levende Heer begeleidt de zieke op zijn laatste reis. ‘Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag’ (Joh 6, 54)
Achtergrond:
"Wanneer vroeger vermoed werd dat iemand zou sterven, werd hem of haar door een priester het zogenaamde laatste oliesel toegediend. In dat ritueel werd aan de stervende gevraagd zijn zonden te belijden, om vergiffenis van de zonden te verkrijgen vooraleer de reis te maken naar het leven na de dood. Als teken van die tocht werd de stervende gezalfd met chrisma, gewijde olie. Men diende de stervende ook voor het laatst de communie toe, die werd beschouwd als de ‘spijs voor onderweg’ en om die reden viaticum heette. In veel gevallen maakte de persoon in kwestie de toediening van het sacrament niet bewust mee. Meestal werd immers gewacht tot men vermoedde dat de dood spoedig zou intreden vooraleer men de priester liet komen.
In feite gaat de traditionele praktijk zoals hierboven geschetst, in tegen de oorspronkelijke bedoeling van het sacrament van de ziekenzalving, namelijk door de zalving een zieke persoon weer kracht geven om het leven met hernieuwde moed aan te vatten. Hierbij staat het voorbeeld van Jezus centraal, die zieken de handen oplegde en genas. Vandaar dat men sinds het tweede Vaticaans concilie weer recht wil doen aan die oorspronkelijke betekenis door zieke, maar niet noodzakelijk stervende, mensen te zalven. Op die manier kan een echte ziekenzalving plaatsvinden.
In de dienst van de ziekenzalving zoals die nu bij voorkeur wordt uitgevoerd, wordt de zieke uitgenodigd stil te staan bij zijn leven. Als hij dit wenst kan hij zijn schulden belijden. Na een lezing uit de bijbel, gevolgd door enkele voorbeden, vindt de kern van de ritus plaats. Daarin legt men de zieke de handen op als teken van troost en geborgenheid. Hierop volgt de zalving op het voorhoofd en de handen. Hiermee wordt de Heilige Geest gevraagd de zieke bij te staan in zijn genezingsproces. Tot slot wordt de communie uitgereikt."
uit: “De ziekenzalving” uit Grote rituelen in de wereldgodsdiensten