OPINIE KERKENPLAN
Het christendom staat niet te koop
Johan Bonny
Bisschop van Antwerpen
Woensdag 18 augustus 2021 om 3.25 uur
Kerkgebouwen kun je niet zomaar voor eender wat gebruiken, zegt bisschop Johan Bonny. Een kerk verdient een respectvolle plaats en heeft een belangrijke betekenis in onze maatschappij.
‘Het is weer voorbij, die mooie zomer’ (ondanks de regen). Dus laten ook politieke partijen en kabinetten opnieuw van zich horen. De eerste vogels van een vroege herfst, te herkennen aan een licht schorre stem. Zo ook over het ‘Programma Toekomst Parochiekerken’ van de Vlaamse regering (DS 17 augustus). ‘Snelheid opdrijven’ is de mantra, commerciële herbestemmingen moeten kunnen. Deze voortijdige communicatie roept rechtmatige vragen op onder duizenden leden van Vlaamse kerkraden en parochiebesturen. Daarbij ook vragen over de houding van de kerkelijke overheid. Terecht willen zij horen hoe de bisschoppen daarover denken. Wat zeggen of doen zij in hun overleg met de overheid? Noodgedwongen beperk ik mij tot drie punten van kritische commentaar.
‘Pastoraal plan’ is prioritair
Eerst over het ‘pastoraal plan’. In de visienota van de Vlaamse regering komt het pastorale of kerkelijke gebruik van een kerkgebouw amper uit de verf, integendeel. Als het al wordt vermeld (helemaal op het einde, overigens) is het negatief. Als een obstakel voor de overheid: het kerkelijke gebruik als een obstakel voor herbestemming door de burgerlijke overheid.
Bij de herbestemming van een station, bioscoop of theater zou deze taal passen, bij een kerkgebouw niet. De bisschoppen hebben er steeds op aangedrongen – en zullen dat blijven doen – dat kerkgebouwen sacrale architectuur zijn en als dusdanig respect verdienen, ook bij neven- of herbestemming. Kerken zijn in eerste lijn gebouwd en bedoeld voor gebruik door de christelijke geloofsgemeenschap. Ook, en misschien nog meer, in een levensbeschouwelijk gediversifieerde en religieus zoekende samenleving als de onze, verdienen zij een respectvolle plaats. Het bedoelde ‘pastoraal plan’ kan geen negatief aanhangsel zijn, maar moet een prioritair aandachtspunt vormen in elk kerkenplan. Het hoort als criterium niet onderaan maar bovenaan te staan, zowel voor de burgerlijke als voor de kerkelijke overheid.
Brug te ver
Vervolgens de doelstelling dat er voor elke kerk in Vlaanderen een herbestemmingsprofiel moet klaarliggen. Parochies, pastorale eenheden, vicariaten en bisdommen hebben de voorbije tien jaar correct meegewerkt met de Vlaamse overheid om voor elke gemeente een kerkenplan op te stellen. Alle kerken hebben daarin hun plaats, beschrijving en evaluatie gekregen. Dat is ernstig werk. Met name wat de vooruitzichten op lange termijn betreft, zoals oorspronkelijk gevraagd.
Uiteraard zijn hier en daar redelijke aanpassingen mogelijk of nodig, ook vanwege evoluties in de kerkgemeenschap, waaraan het kerkelijk beleid als eerste zal willen meewerken. Maar voor de meeste kerken is duidelijk dat zij ook in de toekomst integraal als kerkgebouw in gebruik zullen blijven. Heel dat project willen overdoen, is onverantwoord. Het zaait bovendien onnodige verwarring en onzekerheid.
‘Een supermarkt, sportzaal, brouwerij … straks misschien zelfs een bordeel in een kerkgebouw. Als je maar met geld over de brug komt. Daarin stappen de bisschoppen niet mee’
Trouwens, de bevragingen waarnaar men verwijst en de cijfers waarmee men speelt, zijn bij kritische nalezing hoogst onvolledig en ongenuanceerd. Dat is nog een hoofdstuk apart, in een boek met veel onduidelijkheden. Plaatselijke geloofsgemeenschappen en hun besturen kunnen niet de politieke speelbal worden van opeenvolgende verkiezingsuitslagen of wisselende coalities. De rechtsorde moet aan iedereen stabiliteit garanderen, ook aan de Kerk. Zijn er specifieke dossiers om bij te sturen, dan zullen wij daar graag aan meewerken. Maar een integraal herbestemmingsprofiel voor alle kerkgebouwen, dat is een brug te ver! Daarop zeggen de bisschoppen ‘neen’.
Geen banaliteit
Ten slotte de mogelijkheid van commerciële herbestemmingen. Tot nog toe heeft de kerkelijke overheid, en op vele plaatsen ook de burgerlijke overheid, niet zomaar willen toegeven aan druk vanuit de private of commerciële sector om kerkgebouwen te herbestemmen. Wie wil vandaag zijn ding al eens niet proberen in een voormalig kerkgebouw? Een supermarkt, een sportzaal, een brouwerij, een restaurant, een dierenasiel, een modemerk, een theater, straks misschien zelfs een bordeel. Als je maar met geld over de brug komt. Ook daarin stappen de bisschoppen niet mee.
Uiteraard zijn uitzonderingen bespreekbaar, maar de algemene regel vraagt een veel grotere zorgvuldigheid en kritische zin. Om tal van redenen. Eerst en vooral uit respect voor de sacraliteit van het kerkgebouw en de betekenis die een religieuze ruimte ook en vooral in onze samenleving kan hebben. ‘Banaliteit troef’ kan niet het motto worden. Vervolgens uit respect voor onze eigen godsdienst en ons eigen geloof. Het christendom staat niet in de uitverkoop. Wat joden zich niet kunnen voorstellen in een synagoge, moslims niet in een moskee of vrijmetselaars niet in een logetempel, kunnen christenen zich niet voorstellen in een kerk. Wederzijdse eerbied geldt voor iedereen. Ten slotte uit trouw aan de christelijke traditie die, uit de aard van haar boodschap, voorrang geeft aan het sociale boven het private, non-profit boven profit, het gemeenschappelijk boven het particulier belang. Uiteraard heeft elke activiteit een sociale inslag, maar niet elke sociale inslag komt heel de samenleving ten goede.
Overigens lijkt het mij in het belang van de burgerlijke overheid zelf om deze kaart in alle duidelijkheid te trekken en te bewaken. De poort kan open, maar niet voor alles. There are more things in heaven and earth, Horatio, than are dreamt of in your philosophy, aldus Hamlet in Shakespeare’s gelijknamige toneelstuk.