De weg van bekering vindt dan zijn hoogtepunt in de viering van het sacrament van de verzoening, tegen het einde van de veertigdagentijd. De gezamenlijke viering verwijst duidelijk naar het kerkelijk karakter van de verzoening: de zonde kwetst niet alleen God, maar ook de geloofsgemeenschap. Er is niet alleen tijd om samen naar Gods Woord te luisteren en steun te vinden in het gebed, er is ook ruimte voor de persoonlijke belijdenis en de vraag naar vergeving van de zonden.